Vorige week maakte Nova bekend te stoppen met lezersreacties op de website. Het systeem van ‘zelfcorrectie’ – websitebezoekers konden andermans reacties met een muisklik voorzien van een positief of negatief oordeel – bleek in de praktijk niet te werken. Volgens de hoofdredactie werd de site daardoor ongewild “een etalage voor willekeurige ongenoegens en verdachtmakingen.”
Ongeveer een half jaar daarvoor stopte Twentsche Courant Tubantia met haar virtuele dorpspleinen waar de Twentse burgers hun foto’s en berichten eigenhandig konden publiceren. Ook dat initiatief bleek niet te werken. Manager burgerjournalistiek van de krant, Hans Berkhout, legde in vakblad De Journalist uit waarom: “Het vak van nieuwsgaring, hoor en wederhoor, duiden, onderscheiden van waarheid en leugen en vooral van toetsing en het brengen van feiten, kan niet door iedereen worden gedaan. Omdat het een écht vak is.” Twee initiatieven met inbreng van het publiek die ter ziele zijn gegaan op grond van twee argumenten: het werkt in de praktijk niet en het is geen journalistiek.
Dat zijn precies de argumenten die komen uit een recent gepubliceerd onderzoek dat is gedaan naar opvattingen van lokale krantenredacties over zogeheten ‘user generated content’. Het idee van de onderzoekers was dat juist op lokaal niveau mensen een relevante bijdrage zouden kunnen leveren aan de verslaggeving over hun directe woonomgeving. Dat was uiteraard ook ooit het idee van de Dorpspleinen van TC Tubantia. In het onderzoek werden redacteuren van 29 lokale kranten in Texas geïnterviewd over hun opvattingen over het gebruik van creaties van lezers, zoals foto’s, weblogs, reacties onder artikelen en ingezonden berichten voor de krant.
De onderzoekers veronderstelden vooraf dat redacteuren vrij simpel ingedeeld zouden kunnen worden naar de mate waarin ze voor of tegen die ‘user generated content’ zouden zijn. Maar ze ontdekten dat de redacteuren twee typen argumenten gebruikten, namelijke praktische en theoretische.
Praktische argumenten
Praktische argumenten gaan over de vraag of materiaal dat het publiek aanlevert nuttig is voor de redactie of het medium.
Enerzijds zijn er redacteuren die het gebruik van ‘user generated content’ als onwerkbaar beschouwen. In hun optiek zorgt het alleen maar voor extra werk, omdat ze alle binnenkomende bijdragen moeten controleren. Daarbij gaat het om het in de gaten houden van de kwaliteit, maar ook om mogelijke juridische consequenties als een krant bijvoorbeeld ingezonden materiaal zou publiceren waarin sprake is van smaad. Dat levert dus een hoop extra werk op, waardoor ze minder toekomen aan hun eigenlijke werk. Verder is een praktisch bezwaar dat het maar in zeer geringe mate nuttig materiaal oplevert: “het is altijd hetzelfde kleine groepje mensen met hun vooringenomen ideeën en met het doel om iets op de agenda te krijgen.”
Anderzijds zijn er redacteuren die pragmatisch aankijken tegen de voordelen van materiaal dat het publiek aanlevert. Die toestroom is voor kleine redacties met weinig menskracht en middelen namelijk een handige en goedkope manier om aan nieuws te komen waarover ze anders niet hadden kunnen berichten. Volgens deze redacteuren zijn burgers extra ogen en oren die redacties kunnen helpen aan nieuws en materiaal dat verwerkt kan worden tot journalistiek product. “We kunnen nu toch aan materiaal komen over nieuws waar we zelf geen verslaggever op af kunnen sturen.”
Theoretische argumenten
Bij theoretische argumenten draait het om de vraag of ‘user generated content’ past binnen de beroepsideologie van journalisten. Daarbij gaat het dus niet zo zeer om de praktische kant, maar om principiële uitgangspunten.
Tegenstanders stellen dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen professionele journalisten en alle andere mensen. Volgens hen kan journalistiek alleen bedreven worden door professionals. Materiaal van kijkers en lezers is in deze optiek dan ook niet van toegevoegde waarde voor journalistieke verslaggeving. Weliswaar zijn redacteuren niet tegen lezersbrieven of reacties van lezers onder online artikelen, maar dat zijn in hun ogen slechts discussies naar aanleiding van journalistieke berichtgeving, en geen onderdeel daarvan. Een typerende reactie die past binnen deze visie: “Nieuwsverslaggeving moet professioneel gedaan worden, en niet door een willekeurige burger. Journalistiek is een professie en kan niet door iedereen beoefend worden.”
Aan de andere kant zijn er redacteuren die juist uit vanuit hun professionele visie ‘user generated content’ zien als een relevante uitbreiding van de traditionele journalistiek, die mogelijk wordt gemaakt door diverse technologische ontwikkelingen. Ze zien het materiaal dat gebruikers aanleveren als een manier om de betrokkenheid van hun publiek te vergroten. Ondanks problematische incidenten zien ze geen fundamentele bezwaren tegen publieksbijdragen. Redacteuren in deze groep zijn van mening dat de rol en invloed van een participerend publiek in de toekomst alleen maar groter zal worden. “Ik denk dat het essentieel is voor een gemeenschap dat ze een sterke band hebben met hun lokale medium en daar ook inbreng in hebben. Het gaat om het bewerkstelligen van betrokkenheid.”
Symbiose
Met name de laatste categorie argumenten – de journalistiek-ideologische – is interessant. Aan het ene uiterste staan journalisten die met lede ogen aanzien dat het publiek zich mengt in het journalistieke proces. Die ontwikkeling is in hun ogen in strijd met de uitgangspunten van de professionele journalistiek, namelijk dat de journalistiek een vak is dat aan journalisten toebehoort en waar het publiek zich niet in moet mengen. Want dat gaat alleen maar ten koste van de kwaliteit, omdat alleen journalisten zich houden aan professionele standaarden zoals het checken van de feiten en het plegen van wederhoor. Aan de andere kant staan de journalisten die publieksparticipatie juist zien als een onderdeel van de toekomst van de journalistiek. Zoals Bart Brouwers afgelopen zondag treffend in Buitenhof zei: “Er moet een stap gezet worden in de veranderende rol van de journalist. Die moet namelijk uit de ivoren toren. De journalist heeft de vaardigheden en het publiek heeft de kennis. Die symbiose moeten we tot stand zien te brengen.”
Het besproken onderzoek is onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journalism Practice onder de titel ‘Thinking about citizen journalism: The philosophical and practical challenges of user-generated content for community newspapers’. Een eerdere versie van het onderzoeksartikel is gratis te downloaden [pdf].
5 Pingbacks