Boekpresentatie en debat
Het is zover: het Handboek Crossmediale Journalistiek en Redactie ligt bij de drukker. Arjan Dasselaar schreef het leeuwendeel en ik mocht ook een paar hoofdstukken bijdragen.
Op 30 juni wordt het boek gepresenteerd tijdens een debat over de intrigerende vraag: Helpt de ouderwetse journalist zijn eigen vak om zeep?
Kijk hieronder voor meer informatie.
HELPT DE OUDERWETSE JOURNALIST ZIJN EIGEN VAK OM ZEEP?
DEBAT OP 30 JUNI MET BART BROUWERS, JAN DIJKGRAAF, ROB DE SPA EN PETER DE VRIES.
De uitdrukking ‘Zo ouderwets als een journalist’ bestaat niet, maar wordt dat niet hoog tijd? In een debat over conservatisme op journalistieke redacties en opleidingen proberen we een antwoord te krijgen.
Mediaorganisaties staan niet bekend om hun grote vermogen te veranderen en te innoveren. Is het dan toeval dat kranten worstelen met de digitale nieuwsrealiteit terwijl ook anno 2010 jonge journalisten het vak worden ingeloodst met een lesboek dat doodleuk vermeldt dat ‘veel weblogs persoonlijke ontboezemingen en commentaar [zijn], te vergelijken met schreeuwen tegen de televisie als je iets ziet wat je niet aanstaat’?
Voor inzichten zorgen onder meer Bart Brouwers (hoofdredacteur online lokale media TMG), Jan Dijkgraaf (hoofdredacteur Powned), Rob de Spa (directeur Redactionele Ontwikkeling Wegener Media) en Peter de Vries (directeur School voor Journalistiek Utrecht). Bert Brussen, internetfenomeen en sigaaraficionado, spreekt een column uit. Dr. Alexander Pleijter (RuG) verzorgt een korte inleiding. Het debat wordt geleid door Arjan Dasselaar.
Aan het eind van het debat wordt het eerste exemplaar van het Handboek Crossmediale Journalistiek en Redactie van Arjan Dasselaar en dr. Alexander Pleijter aangeboden aan Peter de Vries.
Waar: café restaurant Dauphine, Prins Bernhardplein 175, Amsterdam.
Wanneer: woensdag 30 juni. Ontvangst: vanaf 19.30 in het auditorium van Dauphine. Start debat om 20.00 precies.
Entree: gratis. Wel graag even aanmelden bij bob@vanduurenmedia.nl. Plaatsen: beperkt.
Vervoer: Parkeren: onder Dauphine. Tevens uitstekend bereikbaar per OV (Amsterdam Amstel).
pytrik
9 juni 2010 — 14:20
Superleuk!
Ik kom zeker langs op de feestelijke presentatie mee te maken!
Jerry Vermanen
9 juni 2010 — 15:03
Zojuist aangemeld. Lijkt me erg interessant. Hoe lang duurt het debat ongeveer?
Alexander Pleijter
9 juni 2010 — 15:11
@Jerry Zo’n anderhalf uur, vermoed ik
the_ed
15 juni 2010 — 08:00
Iemand moet die Brussen in de gaten houden dus ik ben er ook wel.. 🙂
Bas de Vries
22 juni 2010 — 11:19
Wil natuurlijk niet inzoomen op details, maar klopt het dan niet dat ‘veel weblogs persoonlijke ontboezemingen en commentaar [zijn]’?
Alexander Pleijter
22 juni 2010 — 15:39
@Bas de Vries: Ik ken de cijfers niet, ik heb nooit geteld hoeveel blogs ‘serieus’ en hoeveel blogs ‘persoonlijke ontboezemingen en commentaar’ zijn.
Maar het er meer om dat met zo’n opmerkingen nieuwe media in een gemakzuchtige pennenstreek worden weggezet als waardeloos. Zo’n opmerking is net zo kortzichtig als dat je zou zeggen: ‘veel televisie is pulp en sensatie.’
Dick van der Lugt
24 juni 2010 — 10:14
De quote uit het lesboek (bedoeld wordt Basisboek Journalistiek, waarvan ik co-auteur ben), is een typisch voorbeeld van selectief citeren. Ik zou de schrijver willen aanraden het hele hoofdstuk over online journalistiek te lezen – als dat niet te veel moeite is.
Arjan Dasselaar
24 juni 2010 — 10:28
Ik zal het boek er eens bijpakken. Wellicht dat ik de passage over zachtjes fluisteren tegen de tv heb gemist.
Dick van der Lugt
26 juni 2010 — 02:31
@ Alexander Als je het hele hoofdstuk over online journalistiek had gelezen, was je erachter gekomen dat de nieuwe media in het geheel niet worden weggezet als ‘waardeloos’, maar als een interessante ‘nieuwe’ vorm van journalistiek. Een rectificatie jouwerzijds zou op zijn plaats zijn.
Alexander Pleijter
29 juni 2010 — 10:13
Beste Dick,
Dank voor je reactie. Maar wat moet ik precies rectificeren? Dat die zin niet in jullie boek staat?
Dat jullie nieuwe media in het Basisboek Journalistiek niet wegzetten als waardeloos klopt. Jullie schetsen prima hoe je als journalist je voordeel kan doen met nieuwe media.
Maar het klopt ook dat jullie meerdere keren benadrukken dat veel blogs geen journalistiek zijn. Inderdaad, meerdere keren.
Bijvoorbeeld nog eens op pagina 67: “Mistoestanden in de Iraakse gevangenissen werden inderdaad op beelden van mobieltjes onthuld. Maar bij een flink aantal bleek behoorlijk van Photoshop gebruikgemaakt. Een goede reden dus om blogs niet zonder meer serieus te nemen.”
Ik hoef je er vast niet aan te herinneren dat we ook diverse voorbeelden hebben van fotoshoppende professionele fotojournalisten. Volgens jullie redenering moeten we dan dus ook de professionele journalistiek niet zonder meer serieus nemen.
Op pagina 77: “Voor de journalistiek zijn de meeste [blogs] niet van belang, te persoonlijk of het betreft alleen commentaar.”
Mijn punt is: waarom steeds weer herhalen dat veel blogs geen journalistiek zijn? Waarom lees ik nergens dat veel televisieprogramma’s geen journalistiek zijn? Waarom lees ik nergens dat veel kranten ook vol staan met nutteleoze opinies en commentaren (zoals columns, hoofdredactionele commentaren, opinieartikelen, lezersbrieven)?
Waarom op voorhand persoonlijke blogs van mensen afdoen als irrelevant voor journalisten? Als een buurtbewoner zich op zijn blog beklaagt over de gevaarlijke situatie op het kruispunt voor zijn woning, dan kan dat wel degelijk een belangrijk aanknopingspunt zijn voor een journalistiek onderwerp. Jammer om dat op voorhand uit te sluiten door dat af te doen als nutteloos commentaar. Dan blijf je dus inderdaad steken in de ouderwetse journalistiek waarbij je de media-agenda laat bepalen door politici, overheden, bedrijven, etc.
Arjan Dasselaar
29 juni 2010 — 10:42
Aanvullend op Alexanders reactie is het misschien nuttig om op te merken dat juist blogs – zeker in de Verenigde Staten – een rol hebben gespeeld bij het ontdekken van Photoshopgebruik door professionele media. Zie bv de Adnan Hajj-affaire. http://en.wikipedia.org/wiki/Adnan_Hajj_photographs_controversy Het fotomanipuleren door professionals gaat inmiddels zo ver dat men de bewijslast bij tenminste één fotografiewedstrijd inmiddels omkeert: zie http://basdemeijer.nl/afdruk/altijd-raw-meesturen/
En dan was er nog de CBS Memo-zaak. http://en.wikipedia.org/wiki/Killian_documents_controversy Ook hierbij werden professionele media – terecht – door bloggers gecorrigeerd.
Dick van der Lugt
29 juni 2010 — 11:30
Beste Alexander en Arjan,
Bedankt voor jullie reacties. Ik heb gereageerd (en om een rectificatie gevraagd) omdat ik me stoorde aan het selectief selecteren uit ons boek. Dat doet geen recht aan het desbetreffende hoofdstuk dat door Peter Verweij is geschreven. Televisie komt niet aan de orde in ons boek omdat het uitsluitend over de schrijvende journalistiek gaat. Verder is het in de eerste plaats een studieboek voor studenten journalistiek om het schrijven onder de knie te krijgen. Andere schrijvers moeten zich maar bezighouden met de onderwerpen die jullie aansnijden. Overigens zou ik jullie graag eens persoonlijk ontmoeten, maar dat is nu wat moeilijk want ik bivakkeer in Thailand. Misschien na half september als ik terugben?
Ter informatie twee citaten uit mijn archief:
Burgerjournalistiek
Eén van de scherpste criticasters van burgerjournalistiek is de Britse Amerikaan Andrew Keen. In zijn boek The Cult of the Amateur (in het Nederlands vertaald als De @-cultuur) veegt hij de vloer aan met bloggende burgers. Burgerjournalisten zijn amateurs die de ervaring en expertise van de professionele journalist ontberen, zegt Keen. Ze checken geen feiten en missen journalistieke objectiviteit. Daardoor is hun informatie onbetrouwbaar en hun mening te eenzijdig. ‘Amateurjournalistiek trivialiseert en corrumpeert het serieuze debat’, schrijft Keen. ‘Het is de degeneratie van de democratie tot een bewind van de meute en de geruchtenmolen.’
Bron: NRC Handelsblad, 29 november 2008
Burgerjournalistieke hoogstandjes in ons land zijn eerder uitzondering dan regel. Theo van Stegeren, programmamanager journalistiek en media aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdredacteur van het journalistenblog De Nieuwe Reporter, deed recentelijk onderzoek naar de kwaliteit van Nederlandse weblogs. Zijn conclusie is somber. ‘Wat me opvalt is dat die bloggerswereld in Nederland niet vooruit gaat. Een aantal bloggers doet erg hun best om met serieuze informatie te komen en kiest ook een journalistieke aanpak. Maar dat aantal groeit niet zo sterk.’
Bron: NRC Handelsblad, 29 november 2008
cornelis pons
29 juni 2010 — 14:37
Kan er helaas niet bij zijn.
Waar is het boek te bestellen?
Alexander Pleijter
29 juni 2010 — 15:09
Beste Dick,
Als jij voorziet in onze reiskosten zien wij geen bezwaar in een ontmoeting in Thailand. En anders een keer later in het jaar.
Die Andrew Keen is wel een hele nare pessimist. Als we doen wat hij wil, is de afschaffing van de vrije democratie heel erg nabij.
Alexander Pleijter
29 juni 2010 — 15:36
@cornelis pons: Voor bestellen, zie hier: http://www.toekomstvandejournalistiek.nl/2010/06/publicatie-van-handboek-crossmediale-journalistiek-en-redactie/
Lorenz van Gool
29 juni 2010 — 19:30
@Dick @Alexander Ik vind Andrew Keen aanhalen inderdaad een beetje “laag”, te gemakkelijk zelfs. Ik ben benieuwd of Keen, na een jaar of 3 na publicatie, nog steeds zo denkt als dat hij toen deed. Keen schreef zijn boek in een tijdperk waarin online journalistiek op blogs naar mijn mening nog niet volgroeid was. Dat zal nu wel anders zijn, elk medium kent in de beginperiode de nodige gewenningsproblemen. Vandaar dit debat, lijkt me. Blogs worden steeds serieuzer, immers de journalisten (en burgerjournalisten!) veranderen toch wel mee, i.e. zij passen zich aan aan het medium. Tijd om niet meer te denken in termen van Keen.
Tanja van Bergen
29 juni 2010 — 21:54
@Dick, met citeren uit kranten is het bijna net zoals met een theorie onderbouwen door argumenten uit de natuur te halen: de enorme diversiteit maakt dat je altijd wel ergens een citaat kunt vinden dat strookt met jouw opvatting 😉
Maar dat werpt dan ook meteen vragen op: in welke mate verwoorden de twee passages die jij aanhaalt een algemene opvatting over burgerjournalistiek? Zo te zien, komen ze uit één en hetzelfde stuk, wie is de auteur daarvan? En daarbij: hoe relevant zijn deze citaten van alweer anderhalf jaar geleden nu nog? De ontwikkelingen zijn immers sindsdien in een sneltreinvaart verder gegaan.
Dick van der Lugt
30 juni 2010 — 01:09
@ Tanja Beste Tanja, Ik heb geen opvatting over burgerjournalistiek. De twee citaten, inderdaad uit hetzelfde stuk, bevinden zich in mijn archief dat ik bijhoud met het oog op de volgende druk van Basisboek Journalistiek. Blijkbaar ben ik nog geen juichende verhalen over burgerjournalistiek tegengekomen, anders had ik ze wel toegevoegd. Ik houd me aanbevolen voor suggesties.
Mark van der Linde
30 juni 2010 — 16:43
Jammer dat het qua reacties nu net lijkt of crossmediale journalistiek (de journalistiek van de toekomst) valt of staat met bloggen. Ik hoop van harte dat het handboek ook inzoomt op zaken als strategisch denken (doelgroep-content-platform), SEO (nee, dat is niet iets technisch!), basiscursus marketing (‘the story you tell is the product you sell’), online/offline (meetups etc.)…
Als het handboek ook maar een beetje in die richting gaat, dan zou men op het NOS Journaal straks misschien niet langer tweets hoeven voor te lezen, maar zelf de regie kunnen nemen in ‘the conversation’ (het web). En kan de ‘ouderwetse journalist’ hoogtens nog zichzelf om zeep helpen…
Dick van der Lugt
1 juli 2010 — 08:10
@ Mark Ik weet niet of crossmediale journalistiek de toekomst heeft, want ik denk dat mensen verschillende strategieën hebben om informatie tot zich te nemen. Ikzelf ben primair een lezer (maar niet uitsluitend), anderen zijn kijker, luisteraar of multitasker. De gekozen strategie hangt m.i. ook af van het soort informatie. Daarom geloof ik niet dat de printmedia in het museum kunnen worden bijgezet – ondanks de teruglopende oplages.
Kees Crone
12 juli 2010 — 17:11
In jullie boek schrijven jullie op pg. 89 bij “auteursrechtinbreuken” dat Cozzmoss weinig vrienden maakt met zijn juridisch aanpakken van bloggers die andermans auteursrecht schenden. Geen vrienden onder foute bloggers bedoelen jullie kennelijk, maar menige uitgever en freelance journalist (zoals ik) is wel degelijk blij met de Cozzmoss-achtigen. In mijn geval Lira hielp mij met het onder druk zetten van botte uitgevers of bedrijven die mijn rechten schonden. Het resulteerde altijd in alsnog betaald worden door de overtreders.
Vergeet niet dat een freelance journalist (meestal) ook nog van zijn pen moet leven. Ik vind het uiterst irritant om een eigen tekst elders op het internet tegen te komen waarvoor geen cent werd betaald. Ik praat niet over mijn blogteksten, maar over kopij die voor een opdrachtgever werd geschreven én betaald.
Alexander Pleijter
13 juli 2010 — 11:40
@Kees Crone: Als je het hoofdstuk leest over onder meer auteursrechten, dan zal duidelijk zijn dat wij geen voorstander zijn van het illegaal pikken van andermans teksten, foto’s, beelden, etc. De opmerking over Cozzmoss verwijst naar de manier waarop deze organisatie te werk gaat en die velen tegen de borst stuit. Lees de comments hier eens: http://www.denieuwereporter.nl/2007/12/internet-maakt-auteurswet-nog-belangrijker/