Media krijgen nogal eens het verwijt dat ze nogal defensief met innovaties bezig zijn. Ze ontwikkelen geen vernieuwende producten, werken niet echt multimediaal, gebruiken de beschikbare technologie niet optimaal en zijn bang voor kannibalisatie van hun oude producten. Maar dat is door de bank genomen niet helemaal terecht. Er worden wel degelijk vernieuwingen gelanceerd. Dat ze niet succesvol zijn heeft vaak te maken met andere factoren. Zo zijn adverteerders en het publiek behoorlijk conservatief; dat maakt innoveren behoorlijk lastig. Dat blijkt nu ook weer met de apps van tijdschriften als Autoweek en Viva.
Als nieuwe technologie op de markt komt, wordt er aanvankelijk een hoop gespeculeerd over de nieuwe mogelijkheden van die technologie. Zo waren er bij de komst van internet allerlei optimistische beschouwingen over de mogelijkheden van dit nieuwe medium voor de journalistiek. Mogelijkheden die geen enkel ander bestaand medium had, zoals:
- Interactiviteit: discussiemogelijkheden voor het publiek, direct contact tussen journalisten en hun publiek, etc.
- Multimedialiteit: het combineren van tekst, video, audio, fotografie, infographics, etc.
- Actualiteit: onmiddellijk publiceren.
- Hypertekstualiteit: linken naar relevante content elders op internet.
Van al die bejubelde mogelijkheden kwam in de praktijk slechts mondjesmaat wat terecht. Veel nieuwssites waren bijvoorbeeld niet hoogst actueel omdat uitgevers geen nieuws wilden publiceren voordat de krant bij de abonnees was bezorgd. En links werden ook nauwelijks in online nieuwsberichten verwerkt, want dat zou er alleen maar voor zorgen dat bezoekers werden doorgesluisd naar andere websites en niet meer terugkwamen.
Maar niet alleen terughoudendheid van nieuwsorganisaties speelde een rol. Zo hadden veel mensen lange tijd geen breedband internetverbinding, wat een flinke belemmering was voor het aanbieden van multimediale content. Video bekijken met een inbelverbinding is namelijk een kostbare en tijdrovende bezigheid. En ook adverteerders waren lange tijd terughoudend om hun geld uit te geven op internet. Dat is de afgelopen jaren eigenlijk pas flink veranderd.
De geschiedenis herhaalt zich met apps
De zelfde ontwikkelingen als destijds met internet, zien we nu met de apps voor tabletcomputers. Aanvankelijk hadden we allerlei mooie beschouwingen over de nieuwe mogelijkheden voor het uitbrengen van interactieve, multimediale magazines. Bovendien zouden uitgevers eindelijk geld kunnen gaan verdienen met hun digitale content, door de verkoop van apps. Mits die opgetuigd zouden worden met allerlei multimediale toeters en bellen.
Sports Illustrated zette de toon met de ontwikkeling van een prachtig multimediaal magazine voor de iPad. Met diverse toeters en bellen die het digitale blad veel extra’s gaven, zoals fotoseries, animaties, video, etc.
In Nederland waren enkele tijdschriften er ook rap bij om zo’n prachtig digitaal magazine te ontwikkelen en in de markt te zetten: Veronica Magazine, Autoweek en Viva. Deze iPad-apps werden opgetuigd met veel extra’s, zoals foto’s, video’s, interactieve afbeeldingen, muziek, animaties, etc. Precies zoals het moest volgens de mediazieners.
Apps zijn geen succes
Maar inmiddels zijn de multimediale apps weer uit de markt gehaald. Die van Veronica Magazine en Autoweek eerder dit jaar al, en die van Viva deze maand. De reden? Te weinig gebruikers, te weinig animo om te betalen voor een abonnement en te weinig interesse van adverteerders.
Op Mediafacts geeft Viva-hoofdredacteur Jossine Modderman een veelzeggende toelichting op het verdwijnen van de Viva-app. Het komt neer op twee punten:
- De hoge kosten van het maken van een verrijkt iPad magazine kunnen niet worden terugverdiend uit enkele duizenden wekelijkse downloads van de app.
- Adverteerders hebben nog moeite met app advertisement.
Kortom, als je als uitgever voorop gaat in de strijd om innovatie is dat leuk en leerzaam, maar als je veel harder loopt dan je klanten en adverteerders, dan gaat het alsnog mis. Zo blijkt maar weer dat innoveren balanceren is op de dunne scheidslijn tussen vernieuwend bezig zijn en aanvoelen wat de markt aan kan.
Arnoud
25 april 2012 — 16:53
Wow, een beetje kortzichtig is dit wel:
Alexander Pleijter
25 april 2012 — 17:13
@Arnoud: Ik denk dat je gelijk hebt. Elk goed idee wordt tegenwoordig meteen de kop ingedrukt met de vraag: wat is het verdienmodel? Als je daar geen slim antwoord op hebt is het meteen gedaan met dat mooie idee.
Wat ik niet begrijp is je opmerking dat de mogelijkheden van het web waren gestoeld op feiten en de mogelijkheden van tabletapps op aannames. Kan je dat nog eens uitleggen?
Arnoud
26 april 2012 — 09:20
“Aanvankelijk hadden we allerlei mooie beschouwingen over de nieuwe mogelijkheden voor het uitbrengen van interactieve, multimediale magazines. Bovendien zouden uitgevers eindelijk geld kunnen gaan verdienen met hun digitale content, door de verkoop van apps. Mits die opgetuigd zouden worden met allerlei multimediale toeters en bellen.”
Daar zitten nogal wat aannames in. Ja, magazines kunnen interactief en multimediaal gemaakt worden voor tablets (dat kon overigens sowieso al online). Maar het is een aanname dat je daar geld mee kunt verdienen. En al helemaal dat je daar alleen geld mee kunt verdienen door er toeters en bellen aan toe te voegen.
Linken, reactues, multimedia toevoegen en direct publiceren zijn kenmerken van een nieuwssite en geen aannames: daar kun je dus geen buil aan vallen 🙂
Alexander Pleijter
26 april 2012 — 09:47
Naar mijn idee zijn links, interactie, multimedia toevoegen en direct publiceren ook aannames over hoe een goede nieuwssite eruit zou moeten zien. Want ook daar zitten kosten aan voor bijvoorbeeld moderatie. En voor het toevoegen van links, want kost tijd. En ook direct publiceren heeft zijn prijs, want dan kan je het artikel wellicht minder goed ten gelde maken (zo is de gedachte van uitgevers). Dat blijkt ook in de praktijk: nieuwssites maken lang niet altijd optimaal gebruik van die mogelijkheden. Zie de website van De Telegraaf, daar vind je weinig links.