De Amerikaanse politiek journalist Ryan Lizza zou volgens een kop van de Volkskrant gezegd hebben dat factchecken helemaal niet helpt. Maar zo zit het niet helemaal.
Afgelopen zaterdag publiceerde de Volkskrant een interessant interview met politiek journalist Ryan Lizza van The New Yorker. Hij vertelt hoe het is om journalist te zijn in het Amerika van president Donald Trump. Een Amerika van ‘alternative facts’ en nieuwsmedia die door de president worden gekwalificeerd als ‘fake news’.
Boven het artikel stond de volgende kop:
Factchecken helpt helemaal niet, vreest politiek journalist Ryan Lizza van The New Yorker
Het lijkt een oproep om maar te stoppen met factchecken. Want waarom zou je factchecken als het toch helemaal niet helpt? Let inderdaad op het woord helemaal: blijkbaar om te benadrukken dat er nul effect is, dat het echt totaal niets bewerkstelligd.
Wie de intro van het artikel leest ziet meteen dat Lizza er in elk niet voor pleit om maar te stoppen met factchecken:
De coryfee vindt na twee jaar ‘Trumpwatching’ desondanks nog steeds dat we ons moeten blijven opwinden over leugens en desinformatie.
Op het einde van het artikel zegt Lizza over de leugens van Trump:
‘Maar je moet verontrust en waakzaam blijven. Anders raak je gewend aan het liegen. En dat is echt gevaarlijk.’
Gewoon doorgaan met factchecken dus, vindt Lizza. Ook al helpt het helemaal niet. Maar wacht even, waar haalt Lizza het vandaan dat het helemaal niet helpt? En klopt dat?
Nuances
Het gekke is: in het interview zoals het is gepubliceerd door de Volkskrant, zegt Lizza helemaal niet dat factchecken helemaal niet werkt. Hij zegt:
Onderzoek laat zien dat factchecken in het geval van politici niet werkt: de harde kern van aanhangers is er vaak niet gevoelig voor. De journalistiek steekt er veel tijd en geld in; websites en kranten hebben hele teams die zich alleen daarmee bezighouden. Maar helaas wuiven veel kiezers het weg, of het overtuigt ze niet, omdat er gewoon weinig vertrouwen in de pers is.
Hij brengt in dit citaat twee belangrijke nuances aan, die de koppenmaker van de Volkskrant blijkbaar ontgaan zijn:
- Hij heeft het over het factchecken van politici en niet over factchecken in het algemeen
- Hij zegt dat de harde kern van aanhangers er vaak niet gevoelig voor is
Het gaat Lizza dus om specifieke factchecks, namelijk checks van beweringen van politici, en het gaat hem erom dat die bij een specifieke groep mensen geen effect hebben, namelijk bij de harde kern van aanhangers van de betreffende politicus.
Dat is dus heel wat anders dan wat in de kop van Volkskrant staat, namelijk dat factchecks helemaal niet helpen.
Onderzoek
Lizza zuigt het trouwens niet uit zijn duim, dat politieke factchecks bij bepaalde groepen geen effect hebben. Hij zegt dat ‘onderzoek’ dit laat zien. Jammer genoeg linkt de Volkskrant niet naar dat onderzoek – wederom een slordigheid.
Het zou kunnen gaan om een recent onderzoek van Yale University dat redelijk wat publiciteit heeft gekregen. Dat onderzoek ging over het effect van waarschuwingen op Facebook dat factcheckers een bericht in twijfel trekken. Daaruit bleek dat die waarschuwingen weinig effect hadden op Trump-aanhangers: die veranderen hun oordeel over een bericht niet of zelden als erbij staat dat het niet klopt.
Maar in zijn algemeenheid vonden de onderzoekers wel een effect, hoewel dat effect klein is:
While tagging fake stories as “disputed” did reduce perceived accuracy, the effect was small.
Overigens is het ook niet zo dat factchecks totaal geen invloed hebben op Trump-aanhangers, zo blijkt uit een ander onderzoek. Confronteer je ze met de onwaarheden die Trump debiteert, dan erkennen ze dat hij het bij het verkeerde eind heeft, maar dat betekent niet dat hun steun voor hem vermindert.
Dat factchecken helemaal niet werkt is dus onjuist. En dat heeft Ryan Lizza ook helemaal niet beweerd in het interview. Slordige kop dus van de Volkskrant.