Tag: nieuwsgaring

Verslaggever graait in bagage van slachtoffers: armoedige spijtbetuiging van EenVandaag

eenvandaag

Een journalist die ongegeneerd door de bagage neust van passagiers die zijn omgekomen na het neerschieten van een vliegtuig. En een hoofdredactie die het uitzendt, later spijt krijgt en de schuld afschuift op de verslaggever. EenVandaag deed het vandaag.
Read more →

Vrij entree voor journalisten?

Bij de kassa laat ik mijn perskaart zien en de caissière vraagt of ik een werkende journalist ben. Als ik uitleg dat ik een recensie over het museum schrijf zegt ze: ‘Dat is dan 20 dollar.’ Ik begin met haar te discussiëren en vraag waarom ik als journalist moet betalen maar zij snijdt mijn betoog af door te zeggen: ‘Het museum heeft 450 miljoen dollar gekost, wij zijn een non-profit organisatie, het geld moet ergens vandaan komen.’

Bovenstaand stukje tekst is het begin van een verslag dat René Clement schreef in De Journalist over zijn bezoek aan het Newseum in Washington DC. Een journalist die vindt dat een journalist geen entree hoeft te betalen als hij een museum bezoekt waarover hij een stuk wil schrijven. Maar waarom eigenlijk? Loopt de vrije nieuwsgaring gevaar als journalisten entree moeten betalen? Is het niet logisch dat een journalist net als elke willekeurige bezoeker moet betalen voor een voorziening waar hij gebruik van maakt? Stelt een journalist zich niet juist onafhankelijk op als hij geen verkapte steekpenningen accepteert in de vorm van een gratis entree?

Journalistiek zonder internet is onmogelijk


Dat internet tegenwoordig onmisbaar is voor journalisten, is natuurlijk een platitude van jewelste. Journalisten e-mailen, surfen, downloaden en zoeken heel wat af op een werkdag. Geen hond die zich nog kan heugen hoe het ook al weer ging zonder het world wide web.

Alleraardigst is dan ook de opdracht die Quest-redacteur Rik Kuiper kreeg van zijn redactie: schrijf een artikel over de vraag of het mogelijk is om het internet plat te leggen. En dat niet alleen, hij kreeg ook opgedragen om zelf te ondervinden hoe het is als terroristen het web onklaar zouden maken. Kortom, hij moest zijn verhaal maken zonder te grijpen naar de journalistieke automatismen van deze tijd, zoals een zoekopdracht intikken op Google, een deskundige e-mailen of op het web controleren of een andere journalist al eerder een vergelijkbaar verhaal heeft geschreven.

Vol goede moed ging de dappere speurder op pad. Hij bezocht tevergeefs een ouderwetse boekhandel voor een boek over cyberterrorisme; een medewerker verzekerde hem dat hij daarvoor beter op internet kon kijken. Deskundigen die hij raadpleegde vielen stil op het moment dat hij ze liet weten dat hij geen e-mail van ze wilde ontvangen.

Uiteindelijk bleek de verleiding van internet te groot voor de nijvere reporter. Al na een paar dagen ging hij voor de bijl toen hij stiekem enkele telefoonnummers op de site van de Telefoongids opzocht. Daarna volgden het sturen van een paar mailtjes, het downloaden van een dik overheidsrapport en het ontvangen van artikelen per e-mail.

Uit onderzoek was al bekend dat negentig procent van de Nederlandse journalisten erkent dat het journalistieke werk een stuk moeilijker zou zijn als men geen gebruik meer zou kunnen maken van internet. Het experiment van Rik Kuiper is hiervoor een goede illustratie. Zeker als je zo gewend bent geraakt aan het dagelijkse gemak van internet, blijkt het bijzonder lastig om het zonder te moeten doen. Het is overigens, ondanks of dankzij internet, een informatief artikel in de Quest van april geworden over cyberterreur.

Wat journalisten met blogs doen

“Journalisten moeten bloggen”, beweerde Henk Blanken twee dagen geleden heel stellig op zijn blog. “Ik ga niet bloggen,” bezwoer NOS Journaalpresentator Sascha de Boer twee dagen eerder. Haar collega Philip Freriks blogt omdat het moet. Het is hem min of meer opgedrongen door de buitenlandcorrespondent in Londen, Tim Overdiek, die zelf fanatiek blogt onder het credo dat journalisten zonder weblog geen toekomst hebben.

Zie hier in een notendop de ambivalente houding van journalisten tegenover bloggen. Vroeger was het eenvoudig, toen hadden journalisten de alleenheerschappij. Ze verzamelden, publiceerden en becommentarieerden het nieuws. Tegenwoordig doen legio niet-journalisten daar even hard aan mee op hun blogs. Wat moeten journalisten nu met dat geblog in de wereld om hen heen? Meedoen? Doodzwijgen? Wat mee experimenteren?

Een begin dit jaar gepubliceerd artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Journalism Practice besteedt aandacht aan dit dillema. De ondezoekers veronderstellen dat blogs een bedreiging zijn voor de journalistieke professie omdat bloggers zich op een terrein begeven dat voorheen voorbehouden was aan professionele journalisten. Daarom zullen journalisten op een of andere manier iets met dit nieuwe fenomeen moeten doen, ze kunnen het niet links laten liggen.

Er zijn verschillende opties voor journalisten. Zo kunnen ze blogs gaan gebruiken voor hun nieuwsgaring. Dit is een vorm van ‘coöptatie’: journalisten verkiezen bepaalde blogs om te gaan gebruiken als informatiebron, naast hun ‘oude’ bronnen. Ze zetten zich dus niet af tegen blogs, maar gebruiken ze om aan nieuws en informatie te komen.

Een andere mogelijkheid is dat journalisten zelf gaan bloggen. Nieuwsorganisatie bieden de eigen medewerkers de mogelijkheid om een blog bij te houden. Dit wordt aangeduid als ‘amalgamatie’: de beroepsgroep lijft de concurrentie als het ware in. Vergelijkbaar met artsen die zich zijn gaan ontfermen over homeopathie.

Dan is er ook nog de mogelijkheid om de transparantie en interactie in de journalistiek te vergroten. Een mogelijke reden voor de populariteit van blogs zou de onvrede van mensen kunnen zijn over het gesloten bolwerk van de journalistiek. Journalisten zouden het contact hebben verloren met hun publiek en bloggers profiteren daarvan. Journalisten zouden daarop kunnen reageren door hun berichtgeving transparanter te maken en hun publiek meer mogelijkheden tot interactie te bieden.

De onderzoekers hebben de verschillende opties getoetst bij een aantal Amerikaanse kranten. Hieruit blijkt dat de dominante strategie van journalisten is om blogs te gebruiken voor hun nieuwsgaring. Dat is een tamelijk behoudende strategie. Zo proberen journalisten immers controle te houden over hun rol als nieuwsleverancier en willen ze zich niet laten verrassen door scoops van bloggers.

Journalisten kiezen in iets mindere mate voor de offensieve strategie om zelf te gaan bloggen. De opmars van blogs doet weliswaar sommige kranten besluiten om hun journalisten ook aan de slag te laten gaan met dit nieuwe genre, maar andere kranten doen dat niet. Dat is herkenbaar, zie de verschillende meningen van Nederlandse journalisten aan het begin van dit stuk.

Wat journalisten volgens dit onderzoek in elk geval niet doen is hun berichtgeving transparanter maken en de interactie met hun publiek verbeteren. Dat is dan ook wel weer herkenbaar, zie de blogs van de Journaalpresentatoren Philip Freriks en Sascha de Boer waar de reactiemogelijkheid veelzeggend buiten werking is gesteld.

Lowrey, W. & Mackay, J.B. (2008). Journalism and blogging: A test of a model of occupational competition. Journalism Practice, 2, p. 64-81. (Abstract is gratis te lezen, het hele artikel lezen vergt een abonnement of eenmalige betaling)