Vandaag was plotsklaps de nieuwe website van de NOS voor iedereen te bewonderen: de betaversie kwam online. Met nogal wat veranderingen ten opzichte van de huidige site (die voorlopig nog gewoon in de lucht blijft). Over de meest in het oog springende veranderingen kan je onder meer lezen op Marketingfacts en AllNative.net. Een punt dat niet genoemd wordt, maar mijns inziens een belangrijke verandering is, betreft een klein detail: de vermelding van auteursnamen bij artikelen.
Read more →
Tag: transparantie
“Matthijs van den Beukel was niet beschikbaar voor commentaar op zijn carrièreswitch.” Met deze zin sluit Myrta Otten haar berichtje af op Villamedia.nl. Een berichtje dat ‘onthult’ dat Matthijs van den Beukel – die zich op GeenStijl onder het pseudoniem Johnny Quidd menigmaal negatief heeft uitgelaten over christenen – in 2005 een christelijk boekje heeft geschreven. Wel zo attent van Otten om onderaan te vermelden dat het niet gelukt is om Van den Beukel voor weerwoord te pakken te krijgen.
Hoewel? Eigenlijk is het een gratuite opmerking die getuigt van journalistieke gemakzucht.
Het is crisis voor journalisten. Niet alleen in economisch opzicht met bezuinigingen en ontslagen op redacties, maar ook in journalistiek opzicht. Journalisten hebben te maken met een serieus verlies aan geloofwaardigheid en status. Maar desondanks er is een toekomst voor journalisten, meent Brian McNair, hoogleraar journalistiek aan de Universiteit van Strathclyde. “Vertrouwen, waarheid en objectiviteit zijn belangrijker dan nooit tevoren voor journalisten.” Read more →
Journalistieke objectiviteit klinkt als een grote vanzelfsprekendheid. Maar dat is het niet. Pas in de twintigste eeuw werd het model van objectieve journalistiek dominant. Inmiddels dwingt internet journalisten tot een nieuwe stijl, constateerde Marcel Broersma, hoogleraar Journalistieke Cultuur en Media aan de Rijksuniversiteit Groningen gister in zijn oratie. Het weblog zou je kunnen zien als vehikel voor een veranderende journalistiek. Read more →
Serie: de bloggende journalist (slot)
Weblogs worden wel eens omschreven als ‘dagboekjes met een hoop blabla’. Maar uit mijn interviewserie over bloggende journalisten blijkt de journalistieke waarde van bloggen. Als conclusie daarom een paar bevindingen op een rij. Met als kernvragen: Waarvoor gebruiken journalisten blogs? Wat is dus de journalistieke waarde van blogs? Waarom zou je als journalist bloggen?
Serie: de bloggende journalist (10)
Twee jaar geleden schreef Jeroen Mirck op De Nieuwe Reporter een stuk onder de uitdagende titel ‘Journalisten moeten bloggen of ze verliezen hun baan‘. Het leverde een stevige discussie op. Jeroen Mirck is dus de ideale kandidaat om deze serie over bloggende journalisten af te sluiten. Aflevering 10: Jeroen Mirck, redactie chef van Emerce en blogger op JeroenMirck.nl.
Het gezag van de Raad voor de Journalistiek is tanende. Journalisten begrijpen weinig van de afwegingen die de Raad maakt en redacties zeggen hun vertrouwen in de Raad op (o.a. Elsevier, Tros Opgelicht, Nova). Binnenkort komt het bestuur met voorstellen om de reputatie van de Raad weer wat op te vijzelen.
Ombudsman van de Volkskrant, Thom Meens, stelde in zijn wekelijkse rubriek in de zaterdagkrant de transparantie van zijn krant aan de kaak. Aanleiding waren enkele artikelen waarvan de schrijvers banden hadden met de personen over wie ze geschreven hadden. Zo schreef een sportverslaggever een stuk waarin zijn tafeltennissende vrouw figureerde. En columnist Arie Elshout hield een warm pleidooi voor de beveiliging van Hirsi Ali, die te gast was op zijn bruilof en met wie hij een vriendschappelijke band onderhoudt.
De Volkskrant had bij de betreffende stukken geen melding gemaakt van die onderlinge relaties. En dat had wel gemoeten volgens de ombudsman: “De lezer heeft er recht op te weten of de verslaggever, columnist of forumschrijver een relatie of band heeft met degene die hij opvoert.”
De ombudsman meent zelfs dat de Volkskrant hierin een bijzondere plicht heeft: “Een redactie die de mond vol heeft van transparantie, die iedereen de maat neemt en pleit voor volledige openheid van zaken, moet zelf de eerste zijn die die transparantie toepast.”
Maar dat is niet iedereen op de redactie van de Volkskrant met hem eens. Zo verdedigt columnist Elshout zich tegenover de ombudsman met het argument dat hij zijn banden met Hirsi Ali onmogelijk in zijn stuk had kunnen verwerken, want “dat was een fremdkörper geworden.” Een leuk stukje telt in de optiek van deze columnist blijkbaar zwaarder dan openheid naar de lezers.
Trouwens, Arie Elshout columnist? Ik meen me te herinneren dat deze man niet de eerste de beste willekeurige columnist is, maar als adjunct-hoofdredacteur is verbonden aan de Volkskrant. Dat moet gemakkelijk te achterhalen zijn op de site van de Volkskrant, lijkt me.
Via het kopje ‘service’ kom ik aan bij het ‘colofon’. Maar dit blijkt een ‘servicecolofon’ met alleen wat algemene e-mailadressen en telefoonnummers. Geen informatie over welke redacteuren deel uitmaken van welke redactie.
Dan maar eens zoeken onder het kopje ‘ons bedrijf’. Hier vind je informatie over onder meer het karakter en de geschiedenis van de Volkskrant, maar wederom geen namen van redacteuren.
Gelukkig heeft de Volkskrantsite ook een zoekfunctie. Maar de zoektermen ‘arie elshout’ en ‘hoofdredactie’ leveren geen antwoord op over de vraag of Arie Elshout deel uitmaakt van de hoofdredactie. Ook de zoektermen ‘pieter broertjes’ (de huidige hoofdredacteur van de Volkskrant) en ‘hoofdredactie’ brengen me niet bij informatie over de huidige leden van de hoofdredactie.
Kortom, het lukt me niet om op de Volkskrantsite erachter te komen of Arie Elshout deel uitmaakt van de hoofdredactie. Ik kan niet eens vinden welke journalisten op de verschillende redacties werkzaam zijn. Ik zou er zomaar uit af kunnen leiden dat transparantie nog in de kinderschoenen staat bij de Volkskrant. Of heb ik gewoon slecht gezocht?
De bloggers van het NOS Journaal passeerden hier gisteren al even de revue. De animator Tim Overdiek, de piepende en krakende Philip Freriks en de protesterende Sascha de Boer. De laatste twee doen het omdat het mot. Net als veel collega’s, zo bleek uit het eveneens gisteren besproken onderzoek: Journalisten bloggen omdat ze de meute bloggers die hun vak bedreigen in hun nek voelen hijgen.
Uit hetzelfde onderzoek bleek dat die concurrentie van bloggers journalisten er niet toe overhaalt om transparanter te worden en de interactie met hun publiek te verbeteren. Nu wil het toeval dat blogs daar nu juist uitermate geschikt voor zijn. Op een blog kunnen journalisten hun publiek vertellen waarom ze bepaalde onderwerpen wel of niet nieuwswaardig vinden, hoe ze aan informatie zijn gekomen, waarom ze welke bronnen hebben geraadpleegd en hoe ze tot hun conclusies zijn gekomen.
Hoe dat werkt is toevalligerwijs ook op de blogsite van het NOS Journaal te lezen. Bijvoorbeeld het blogbericht waarin Journaalpresentator Rik van de Westelaken vertelt over een zestienjarig Amerikaans meisje dat haar familie heeft uitgemoord. Het nieuwsfeit heeft het Journaal niet gehaald, want er waren geen beelden beschikbaar, zo legt Van de Westelaken uit. Goed om te weten dat het zo werkt bij het televisienieuws. En zo’n uitleg van de presentator wordt gewaardeerd, getuige de reactie van een lezer: “Leuk dat we via deze blog ook onderwerpen te weten komen die niet in het Journaal kwamen, leuke post Rik!”
Ook de tweede reactie onder de post geeft blijk van nuttige interactie: “Zo’n verhaal lijkt op klein leed ten opzichte van de grote wereldgebeurtenissen, maar in feite is het het omgekeerde, en daar zou veel meer aandacht aan besteed moeten worden.” Deze reactie laat zien dat je als journalist je voordeel kan doen met een blog omdat je publiek je laat weten voor welke nieuwsonderwerpen ze belangstelling hebben. En dat zijn heus niet louter sensationele zaken, zo vroeg deze mevrouw in haar reactie vooral om meer aandacht voor de achtergronden en oorzaken van zulke tragedies.
Ook interessant om te lezen: de interactie tussen Tim Overdiek en de lezers van van zijn blogbericht over transparantie in de Britse pers. Niet alleen omdat iemand wederom laat weten blogs van journalisten te waarderen: “Ik vind het heel erg leuk om zo eens achter de coulissen te kijken van het bestaan van een NOS verslaggever.” Maar ook vooral omdat meerdere mensen de Journaalredactie oproepen om serieus werk te maken van het bloggen.
Kortom, met bloggen sla je als journalist drie vliegen in één klap. Ten eerst bied je je publiek transparantie door inzicht te geven in de manier waarop berichtgeving tot stand komt. Ten tweede leg je contact met je publiek waardoor je beter op de hoogte raakt van hun belangstelling en vragen. En tot slot, je doet veel lezers, kijkers of luisteraars er simpelweg een plezier mee.
“Journalisten moeten bloggen”, beweerde Henk Blanken twee dagen geleden heel stellig op zijn blog. “Ik ga niet bloggen,” bezwoer NOS Journaalpresentator Sascha de Boer twee dagen eerder. Haar collega Philip Freriks blogt omdat het moet. Het is hem min of meer opgedrongen door de buitenlandcorrespondent in Londen, Tim Overdiek, die zelf fanatiek blogt onder het credo dat journalisten zonder weblog geen toekomst hebben.
Zie hier in een notendop de ambivalente houding van journalisten tegenover bloggen. Vroeger was het eenvoudig, toen hadden journalisten de alleenheerschappij. Ze verzamelden, publiceerden en becommentarieerden het nieuws. Tegenwoordig doen legio niet-journalisten daar even hard aan mee op hun blogs. Wat moeten journalisten nu met dat geblog in de wereld om hen heen? Meedoen? Doodzwijgen? Wat mee experimenteren?
Een begin dit jaar gepubliceerd artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Journalism Practice besteedt aandacht aan dit dillema. De ondezoekers veronderstellen dat blogs een bedreiging zijn voor de journalistieke professie omdat bloggers zich op een terrein begeven dat voorheen voorbehouden was aan professionele journalisten. Daarom zullen journalisten op een of andere manier iets met dit nieuwe fenomeen moeten doen, ze kunnen het niet links laten liggen.
Er zijn verschillende opties voor journalisten. Zo kunnen ze blogs gaan gebruiken voor hun nieuwsgaring. Dit is een vorm van ‘coöptatie’: journalisten verkiezen bepaalde blogs om te gaan gebruiken als informatiebron, naast hun ‘oude’ bronnen. Ze zetten zich dus niet af tegen blogs, maar gebruiken ze om aan nieuws en informatie te komen.
Een andere mogelijkheid is dat journalisten zelf gaan bloggen. Nieuwsorganisatie bieden de eigen medewerkers de mogelijkheid om een blog bij te houden. Dit wordt aangeduid als ‘amalgamatie’: de beroepsgroep lijft de concurrentie als het ware in. Vergelijkbaar met artsen die zich zijn gaan ontfermen over homeopathie.
Dan is er ook nog de mogelijkheid om de transparantie en interactie in de journalistiek te vergroten. Een mogelijke reden voor de populariteit van blogs zou de onvrede van mensen kunnen zijn over het gesloten bolwerk van de journalistiek. Journalisten zouden het contact hebben verloren met hun publiek en bloggers profiteren daarvan. Journalisten zouden daarop kunnen reageren door hun berichtgeving transparanter te maken en hun publiek meer mogelijkheden tot interactie te bieden.
De onderzoekers hebben de verschillende opties getoetst bij een aantal Amerikaanse kranten. Hieruit blijkt dat de dominante strategie van journalisten is om blogs te gebruiken voor hun nieuwsgaring. Dat is een tamelijk behoudende strategie. Zo proberen journalisten immers controle te houden over hun rol als nieuwsleverancier en willen ze zich niet laten verrassen door scoops van bloggers.
Journalisten kiezen in iets mindere mate voor de offensieve strategie om zelf te gaan bloggen. De opmars van blogs doet weliswaar sommige kranten besluiten om hun journalisten ook aan de slag te laten gaan met dit nieuwe genre, maar andere kranten doen dat niet. Dat is herkenbaar, zie de verschillende meningen van Nederlandse journalisten aan het begin van dit stuk.
Wat journalisten volgens dit onderzoek in elk geval niet doen is hun berichtgeving transparanter maken en de interactie met hun publiek verbeteren. Dat is dan ook wel weer herkenbaar, zie de blogs van de Journaalpresentatoren Philip Freriks en Sascha de Boer waar de reactiemogelijkheid veelzeggend buiten werking is gesteld.
Lowrey, W. & Mackay, J.B. (2008). Journalism and blogging: A test of a model of occupational competition. Journalism Practice, 2, p. 64-81. (Abstract is gratis te lezen, het hele artikel lezen vergt een abonnement of eenmalige betaling)